Onderbouw

Kinderen die vóór 1 juni 6 jaar worden gaan in het daaropvolgende schooljaar naar de 1e klas van de onderbouw. Zit een kind met zijn verjaardag op de grens dan zal er met de kleuterjuf zorgvuldig bekeken worden of hij of zij leerrijp is en toe is aan het leren op de basisschool.

We hebben drie onderbouwklassen, een klas 1, een combinatieklas 2/3 en een klas 5.

De dag begint met het hoofdonderwijs, of ook wel periodeonderwijs. Gedurende twee uur is de klas bezig met één vak voor ongeveer vier weken lang. In de lagere klassen is dit veelal taal, rekenen en heemkunde (ontdekken van de eigen ‘heem’, de eigen omgeving met alles wat daarin groeit en bloeit.) In de hogere klassen komen hier nog vakken bij als biologie, geschiedenis, topografie en natuurkunde.
In deze twee uur vindt er van alles plaats aan muziek, beweging, oefeningen en gesprekken. Er wordt nieuwe leerstof aangeboden, verwerkt en geoefend. Dit alles steeds in een vast ritme opdat de verschillende lesonderdelen duidelijk zijn voor de kinderen.

Na het eten, rond 10.30 is er tijd om een uur buiten te spelen. De kinderen zijn tijdens dit uur vrij om zelf invulling te geven aan hun tijd en ruimte. Omdat we een langere tijd buiten zijn kan er volop geëxperimenteerd worden en vindt er een verdieping plaats in het spelen en bouwen met elkaar. we hebben altijd houtsnijmessen en schuurpapier mee opdat er de mooiste kunstwerkjes gemaakt kunnen worden.

Weer terug op school werken we in de eerste vakles aan de ‘muzische’ vakken. Dit zijn de vakken waarin het middengebied, ook wel het gevoelsgebied, wordt aangesproken. Vreemde talen, schilderen, muziek en euritmie hebben wekelijks hun vaste moment.
Na weer een maaltijd volgt de tweede vakles, deze hebben een meer handelend karakter: tekenen, vormtekenen, boetseren, houtbewerken en handwerken.

In de laatste twintig minuten wordt de dag afgesloten met een verhaal, een lied en een eindspreuk.
Alle schooldagen duren tot 14.00